Een database over aanvullende pensioenen

  • Doelstelling

    Sigedis heeft als opdracht de databank aanvullende pensioenen op te richten (DB2P). Deze databank moet volgende wettelijke finaliteiten ondersteunen (cf. art. 306, §2 Programmawet (I) van 26 december 2012).

    1) Controle van de 80% grens

    Aanvullende pensioenen worden fiscaal aangemoedigd doch niet onvoorwaardelijk maar binnen een fiscaal kader. Hiertoe is de 80%-grens ingesteld die bepaalt dat het wettelijke en aanvullende pensioen samen niet meer mag bedragen dan 80% van het laatste loon. De databank moet toelaten de controle op de naleving van deze 80%-grens te versterken.

    2) Sociale controle van aanvullende pensioen wetgeving

    De naleving van de wet op aanvullende pensioenen voor werknemers (WAP), zelfstandigen (WAPZ), zelfstandigen bedrijfsleider (WAP BL), zelfstandigen actief als natuurlijk persoon (WAPZNP) en de vrij aanvullend pensioen voor werknemers (WAPW), net zoals hun uitvoeringsbesluiten wordt gecontroleerd door de FSMA. De databank moet toelaten deze controle doeltreffend uit te voeren.

    3) Controle RSZ-inhouding

    DB2P maakt het mogelijk om na te gaan of de bijzondere werkgeversbijdrage van 8,86% op aanvullende pensioenpremies correct wordt geïnd. Op de premie die de werkgever stort voor (sommige) aanvullende pensioenen dient een inhouding te gebeuren door de RSZ. De werkgever met een aanvullend pensioen is daarom verplicht om in zijn trimestriële RSZ aangifte (DmfA) aan te geven hoeveel inhouding hij verschuldigd is. De controle op de correcte inhouding kan door de databank voortaan gebeuren.

    4) Controle van de bijzondere heffing op hoge aanvullende pensioenopbouw door RSZ en RSVZ (‘Wijninckxbijdrage’)

    DB2P maakt het mogelijk om na te gaan of de bijzondere heffing van 3% op hoge aanvullende pensioenopbouw (‘Wijninckxbijdrage’) correct wordt geïnd. De berekening en controle op de verschuldigde bijdrage kan door de databank voortaan gebeuren.

     

    5) Informatieverplichtingen die worden overgenomen door Sigedis

    De gegevens in de databank moeten toelaten dat Sigedis de pensioenfiche (art. 26 WAP; art. 48 WAPZ) kan verzenden als de inrichter of pensioeninstelling dat vragen en hiertoe een overeenkomst sluiten met Sigedis.

     

     

    6) Aangeslotenen informeren over hun aanvullende pensioenrechten

    De DB2P-database maakt het mogelijk om informatie over individuele pensioenrechten aan te verzamelen en vervolgens te communiceren aangeslotenen (werknemers, zelfstandigen of bedrijfsleiders). Ze kunnen deze informatie op elk moment raadplegen via het onlineplatform "mypension.be/Ma aanvullend pensioen" en ontvangen elk jaar elektronisch een overzicht van hun individuele rechten.

    7) Faciliteren van beleidsondersteunend onderzoek naar aanvullende pensioenen

    Om een doelgericht beleid inzake de tweede pijler te kunnen voeren, is een betere kennis en analyse van de bestaande situatie noodzakelijk. Hiertoe ontbrak vaak de nodige informatie. Zo was vroeger niet voldoende geweten hoeveel mensen een aanvullend pensioen bouwen en wat de omvang is van die pensioenrechten. De databank kan deze essentiële beleidsinformatie nu verschaffen.

    8) Unieke aangifte voor de aanvullende pensioenuitkeringen

    Daarnaast is beslist om een unieke aangifte uit te werken voor de aanvullende pensioenuitkeringen. Om aan bovenstaande doelstellingen tegemoet te komen zijn immers ook hierover gegevens nodig. Op dit moment bevinden zich in de databank Pensioenkadaster reeds gegevens over de uitbetaling van pensioenrechten (eerste en tweede pijler), zij het niet in een structuur en graad van detail die nodig zijn voor de doelstellingen van DB2P. Om te vermijden dat de pensioeninstellingen en werkgevers tweemaal informatie moeten overmaken, alsook om in de toekomst over meer nauwkeurige gegevens te beschikken, worden de aangiftes over de aanvullende pensioenuitkeringen aan het PK en DB2P samengevoegd.

    9) Opsporing van de slapende pensioenrechten

    Tot slot laat DB2P toe om ‘slapende’ pensioenrechten op te sporen. Werknemers wisselen steeds vaker van onderneming waardoor zij tijdens hun loopbaan bij verschillende ondernemingen pensioenrechten opbouwen. Bovendien houden heel wat ondernemingen over een periode van 40 jaar op te bestaan en verhuizen heel wat werknemers waardoor de pensioeninstellingen geen adresgegevens meer hebben. Bijgevolg kunnen de pensioeninstellingen de werknemers niet meer contacteren of weten werknemers vaak niet meer of ze ergens een aanvullend pensioen hebben opgebouwd. De databank maakt het mogelijk alle rechten te identificeren zodat een pensioenopbouw ook steeds tot een aanvullend pensioen leidt. In haar advies nr. 29 over slapende rechten in de tweede pensioenpijler stelt de CAP dan ook voor: ‘dat Sigedis zou optreden als aanspreekpunt voor een aangeslotene die navraag wenst te doen naar het bestaan van verworven prestaties’.

  • Werkwijze

    In de schoot van het Algemeen Coördinatiecomité van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) is een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van FSMA, FOD Financiën, Assuralia, PensioPlus, de KSZ en Sigedis. De opdracht van deze werkgroep is onder meer de inhoud van de databank te bepalen.

    In de databank worden gegevens gecentraliseerd die worden meegedeeld door zowel de inrichters als de pensioen- en solidariteitsinstellingen. De instructies voor de mee te delen gegevens worden ter goedkeuring voorgelegd aan het Beheerscomité van de KSZ. Daarnaast wordt in de databank informatie geïntegreerd die reeds aanwezig is in het netwerk van de sociale zekerheid. Hiertoe is een machtiging vereist van het Sectoraal Comité van de KSZ.

  • Wetgeving

    ) Oprichting databank:

    1. De databank aanvullende pensioenen werd opgericht door
    • Art. 305 en 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006, B.S. 28-12-2006.
    1. Toevoeging van de doelstelling controle bijzondere RSZ(-PPO)-inhouding van 8,86%
    • Art. 69 van de Programmawet van 23 december 2009, B.S. 30-12-2009.
    1. De concrete inhoud van de databank wordt verder uitgewerkt in het
    • Koninklijk Besluit van 25 april 2007 tot uitvoering van art. 306 van de Programmawet, B.S. 16-5-2007.

     

    2) Doelstellingen van de databank:

    1. Controle 80%-grens
    • Art. 59 en 60 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, B.S. 30-7-1992.
    • Art. 34 en 35 van het Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelasting 1992, B.S. 13-9-1993.
    1. Sociale controle van aanvullende pensioen wetgeving
    • WAP
      • Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, B.S. 15-5-2003.

     

    • Koninklijk Besluit van 14 november 2003 tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingsstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, B.S. 14-11-2003.
    • Koninklijk Besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels, B.S. 14-11-2003.

     

    • Programmawet (I) van 24 december 2002, B.S. 31-12-2002.
    • Koninklijk Besluit van 12 januari 2007 betreffende de aanvullende pensioenovereenkomsten voor zelfstandigen, B.S. 20-2-2007.
    • Koninklijk Besluit van 15 december 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale pensioenovereenkomsten, B.S. 9-1-2004.
    • Programmawet van 22 juni 2012, B.S. 26/06/2012.

     

    • Wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen, B.S. 19-06-2014.

     

    • WAPZNP
    • Wet van 18 februari 2018 houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen en tot instelling van een aanvullend pensioen voor de zelfstandigen actief als natuurlijk persoon, voor de meewerkende echtgenoten en voor de zelfstandige helpers, B.S. 30-03-2018.

     

    • VAPW
    • Wet van 6 december 2018 tot instelling van een vrij aanvullend pensioen voor de werknemers en houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen, B.S. 27-12-2018.

     

    1. Controle RSZ-inhouding
    • Art. 38, §3ter, 1ste lid van de Wet van 29 juni 1981 houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, B.S. 2-7-1981.
    1. Controle van de bijzondere heffing op hoge aanvullende pensioenopbouw
    • Programmawet van 22 juni 2012, B.S. 28-06-2012.
    • Programmawet van 27 december 2012, B.S. 31-12-2012.

     

     

     

    1. Overname informatieverplichtingen
    • Maatregel 44 van het Generatiepact van 11 oktober 2005.
    • Art. 26 van de Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, B.S. 15-5-2003.
    • Art. 48, § 4 van de Programmawet (I) van 24 december 2002, B.S. 31-12-2002.
    1. Unieke aangifte aanvullende pensioenuitkeringen
    • Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, B.S. 27-08-1994.
    • Wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, B.S. 31-03-1994.

     

    3) Andere relevante wetgeving:

    • Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, B.S. 15-01-1969.
    • Wet van 9 juli 1975 betreffende controle der verzekeringsondernemingen, B.S. 29-7-1975.
    • Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, B.S. 22-2-1990.
    • Wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, B.S. 5-2-2003.
    • Wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen, B.S. 10-11-2006.
    • Koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen, B.S. 6-2-2001.
    • Koninklijk Besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit, B.S. 14-11-2003
    • Koninklijk Besluit van 15 oktober 2004 tot uitbreiding van het netwerk van de sociale zekerheid tot de pensioen- en solidariteitsinstellingen, B.S. 14-12-2004.